
Kennis van de juiste literatuur is onmisbaar voor het determineren, dateren en beschrijven van munten, penningen en papiergeld. Deze bibliografie bundelt de afkortingen en standaardwerken die wij bij Schulman gebruiken in veilingcatalogi, taxaties en kennisteksten. Zo vind je snel de juiste bron bij elke referentie, van RIC en SNG tot KM en Vanhoudt.
Onze veilingcatalogi hanteren deze afkortingen al decennialang, met vaste toepassing per domein (Antiek, Wereld, Nederland, Penningen, Papiergeld). Recente edities illustreren die consistentie en geven context bij de toepassing in de praktijk.
Hoe gebruik je deze bibliografie
Lees dit overzicht als een “sleutel” tussen afkorting en volledige titel.
- Zoekstrategie: identificeer eerst periode en geografische entiteit (bijv. Koninkrijk der Nederlanden, Willem III, zilver), koppel dan het passende corpus (bijv. Sch., PW., Vanhoudt).
- Citeren in je notities: gebruik “afkorting + deel/volume + nummer/pagina”, bijvoorbeeld RIC II.3 123 of Vanhoudt 12.45.
- Controle op varianten: raadpleeg, waar van toepassing, zowel het “klassieke” corpus (bijv. van Loon, Frederiks) als modernere aanvullingen (bijv. PW. 2006/2009; Vanhoudt 2019).
- Papiergeld en tokens: hanteer PL, AV, Mev., P. (Pick) en landspecifieke catalogi.
Kernafkortingen en hun domein
Onderstaand een compacte gids met de meest geraadpleegde reeksen. Gebruik dit als startpunt; detailtitels en extra reeksen vind je in de volledige lijst die je aanleverde.
Antieke munten
- RIC – Roman Imperial Coinage (meerdelig, herzien per deel). Standaard voor Romeins keizerrijk.
- RPC – Roman Provincial Coinage. Provinciale uitgiften.
- RRC / Cr. / Syd. – Romeins republikeins (Crawford, Sydenham).
- HGC / HN / S. (Sear) – Griekse munten, snelle waarderings- en typengidsen.
- SNG – Sylloge Nummorum Graecorum (collecties per museum/verzameling).
- BMC / BN – Oude maar nog steeds nuttige museumcatalogi en corpora.
Middeleeuwen en Vroeg-nieuwtijd
- MEC – Medieval European Coinage.
- Levinson – The Early Dated Coins of Europe 1234–1500.
- PdA. / Prou / MG. – Feodale en Karolingische corpora.
- Scheers / DT / LT – Keltisch en Gallisch corpus en atlassen.
Nederlanden (provinciaal, Bourgondisch–Oostenrijks, Koninkrijk)
- PW. – Purmer & Van der Wiel, handboeken voor het Nederlandse kopergeld en provinciale muntslag.
- Vanhoudt – Munten van de Bourgondische, Spaanse en Oostenrijkse Nederlanden en van de Franse en Hollandse periode 1434–1830.
- vL. (van Loon) – Historiepenningen; basis voor penningen met historische context.
- Sch. (Schulman) – Handboek der Nederlandse munten 1795–1975.
- GH. / Grolle / vH. – Standaardwerken voor gewestelijke en stedelijke muntslag.
- Scho. – Overzee 1601–1948 (VOC en koloniaal).
Wereld en modern
- KM. (Krause & Mishler) – Standard Catalog of World Coins (per eeuw).
- Fr. (Friedberg) – Gold Coins of the World.
- ESC / Spink (S.) – Brits zilver en algemeen Brits overzicht.
- Gad. / Gd. / Dupl. / Ci. – Frankrijk (revolutionair, koninklijk en modern).
- Bitkin / Severin / Uzd. – Rusland, zilver/goud/platina.
- Cal. / Cayón / CCT – Spanje en Spaans-Amerika.
- Kann / Hartill / Schj. – China (moderne en gegoten munten).
Penningen, onderscheidingen, gewichten
- Eimer / Med. Ill. / Niggl / Kienast – Britse en Europese medailleur-catalogi.
- MMW. / Werlich / Sanders – Orden en onderscheidingen.
- WKH. – Gewichten in de Nederlanden.
Papiergeld, tokens en noodgeld
- Pick (P.) – Standard Catalog of World Paper Money.
- PL / AV / Mev. – Nederlands papiergeld en VOC-papiergeld.
- Verk. / T/J – Noodgeld Eerste en Tweede Wereldoorlog.
Tip: in onze veilingteksten verwijzen we per kavel naar het leidende corpus. Bij “dubbele” standaardwerken volgt het primaire nummer eerst, het secundaire tussen haakjes.
Richtlijnen voor correct citeren
- Consistentie: kies één leidende reeks per kavel en behoud die in titel, beschrijving en herhalingen.
- Granulariteit: noem deel, band, paginanummer of plaatnummer waar relevant.
- Variantbeheer: vermeld proefslag, piedfort, off-metal strike en herkomst met literatuurkoppeling.
- Digitale aanvulling: waar mogelijk koppelen we naar online datasets (bijv. SNG-delen met open toegang) naast het gedrukte corpus.
- Transparantie: afwijkingen van standaardreferenties worden gemotiveerd in de voetnoot van het kavel.
Voorbeeldnotatie uit de catalogus
- West-Friesland, Dukaton 1791, zilver; PW. II 123; Vanhoudt 12.45; vL. IV, p. 56 (context-penning).
- Romeins Keizerrijk, Trajanus aureus; RIC II.3 123; Beckmann (AJN 19, 2007) p. 77–129 (die-studie).
Deze schrijfwijze sluit aan op de recente catalogi en hun rubriekenindeling per sessie en reeks.
Kwaliteitsborging en updates
- Redactionele toets: elk literatuurverwijzing wordt dubbel gecontroleerd tijdens het “lot-review”-proces.
- Editiebeheer: bij herzieningen (zoals RIC II.3 2019 of nieuwe Delzanno voor Zweden) migreren we verwijzingen in nieuwe catalogi.
- Transparantie in de zaal en online: de gebruikte afkortingen en bronnen staan voorin de catalogus en bij elk kavel online.
Praktisch: zo vind je bronnen bij Schulman
- In de catalogus: voorin vind je de bibliografische sleutel en veilinginformatie (zaal, schema, opgeld, kijkdagen).
- Online kavelpagina’s: complete fotoreeksen en literatuurkoppelingen staan per kavel op het veilingplatform.
- Vragen over literatuur of scans: neem contact op met ons team; we helpen met paginaverwijzingen
